aanhoudend
áánhoudend - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder ophouden, zonder stoppen ♢ De aanhoudende regen leidde tot overstromingen. aanhoudend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanaanhouden Woordherkomst Onvoltooid deelwoord van aanhouden. Synoniemen chronisch, langdurig