Wat is de betekenis van Aanhooren—toehooren—luisteren—toeluisteren?

2024-04-18
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanhooren—toehooren—luisteren—toeluisteren

Alle beteekenen een min of meer aandachtig hooren. Toehooren en toeluisteren geven te kennen dat men moeite aan wendt om te hooren; terwijl hooren enkel het op vangen van klanken door de gehoorzenuwen aanduidt, veronderstelt luisteren,dat men in staat en begeerig is om de klanken, die men hoort, te verstaan. Deze begeerte om te verstaan kan bij aan...