Wat is de betekenis van aanhechten?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanhechten

aanhechten - Werkwoord 1. vastmaken 2. een nieuwe of gebroken draad vasthechten Woordherkomst samenstelling van aan(voorzetsel) en hechten(werkwoord)

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aanhechten

aanhechten - regelmatig werkwoord uitspraak: aan-hech-ten 1. aan iets vastmaken ♢ de draad is aangehecht met een dubbele steek Regelmatig werkwoord: aan-hech-ten ik hecht aan (... ik aanhecht) ...

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

aanhechten

toevoegen Oost-Jeruzalem, waar zich volgens de overlevering de tempel van Salomon bevond en waar de joodse Klaagmuur staat, is door Israël in de oorlog van 1967 bezet en daarna aangehecht. (dagblad) In het Frans: 'attacher'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 2

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aanhechten

v., heftsje, hecht(sj)e.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanhechten

(hechtte aan, heeft aangehecht), 1. (losjes) door hechten (met een draad, een strootje e.d.) bevestigen; 2. een nieuwe draad beginnen of een afgebroken draad weer vasthechten (bij naai-, brei- of spinwerk); 3. annexeren.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanhechten

hechtte h. -gehecht (vastmaken, verbinden; v. naai- en breiwerk: een nieuwe draad -beginnen of een afgebroken draad weer vasthechten); -ing, v. -en (het aanhechten; plaats, waar aangehecht is).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanhechten

('a:n) (hechtte aan, heeft aangehecht) 1. hechten aan : een boordsel (aan een kleed) -; nieuwe landstreken (bij zijn gebied) - of annexeren. 2. een afgebroken draad weder, of een nieuwe draad aan een andere bevestigen. Syn. zie: aanbinden.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aanhechten

aan'hechten (hechtte aan, heeft aangehecht), 1. (losjes) door hechten (met een draad, een strootje e.d.) bevestigen; 2. een nieuwe draad beginnen of een afgebroken draad weer vasthechten (bij naai-, brei- of spinwerk); 3. annexeren.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)