Wat is de betekenis van aangrijpend?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aangrijpend

aangríjpend - Bijvoeglijk naamwoord 1. aandoenlijk, ontroerend Twee miljoen mensen kwamen Obama inhuldigen en niemand werd gearresteerd. Dit was iets erg aangrijpends. áángrijpend - Bijvoeglijk naamwoord 1. onvoltooid deelwoord van aangrijpen: de in dit punt aangrijpende...

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

aangrijpend

aangrijpend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: aan-grij-pend 1. wat gevoelens oproept ♢ ik vond die film erg aangrijpend Bijvoeglijk naamwoord: aan-grij-pend ... is aangrijpender dan ... ...

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aangrijpend

bn. bw. (-er, -st), treffend, roerend (van woorden, tonelen, verhalen).

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aangrijpend

bn. (roerend, treffend): een toneel, een - schouwspel.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangrijpend

(a:n'grijpənt) bn. (-er, -st) hevig ontroerend : een toneel.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aangrijpend

aangrij'pend, bn. en bw. (-er, -st), treffend, roerend (van woorden, tonelen, verhalen).

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aangrijpend

Aangrijpend - bn., treffend, roerend.