Wat is de betekenis van aangrijpen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aangrijpen

aangrijpen - Werkwoord 1. (ov) met kracht aanpakken De lakse agent werd door de boze vrouw aangegrepen. 2. aanvallen. 3. hevig ontroeren Het gedicht over haar overleden vader greep haar heel erg aan, zodat ze heel erg moest huilen Wo...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Aangrijpen

v., oangripe, bigripe, beetkrije, -pakke; iem. —, de hannen nei immen útstekke.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aangrijpen

(greep aan, heeft aangegrepen), 1. aanvatten door grijpen, d.i. door de hand naar het voorwerp uit te strekken, met verschillende oogmerken: om het vast te houden, te gebruiken of voor zich te nemen; om het gegrepene te redden of voor een ongeluk te behoeden ; om zich aan het gegrepene vast te houden : een drenkeling grijpt zelfs een strohalm aa...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aangrijpen

greep h. -gegrepen (1 plotseling met kracht iets aanvatten; 2 aanvallen; fig. hevig aantasten; 3 hevig ontroeren): 1 een strohalm -, de gelegenheid -, te baat nemen; 2 den vijand -; 3 dat woord, dat toneel greep haar aan; aangegrepen door.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangrijpen

(‘a:n) (greep, grepen aan; heeft aangegrepen) 1. plotseling en krachtig aanvatten ; een stok -. 2.met kracht aanvallen : de vijand -; zich -, zich beijveren. 3. te baat nemen : een gelegenheid -. 4. hevig aantasten : toen greep de koorts hem aan. 5. hevig ontroeren ; dat schouwspel greep haar aan. Syn. aanpakken, aanranden, aantasten, aanv...

2024-04-20
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Aangrijpen

I. In eigenlijken zin, d.i. de hand naar iemand uitsteken, hetzij ten goede (Matth. 14 : 31) of ten kwade (Spr. 7 :13; Marc. 9 : 18). II. In figuurlijken zin, d. i. met sterke begeerte iets verlangen en pogingen aanwenden om het verlangde te verkrijgen (Spr. 4 : 13). Zoo ook Jes. 27 : 5, waar de uitdrukking: „mijn sterkte aangrijpen” be...

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aangrijpen

aan'grijpen (greep aan, heeft aangegrepen), 1. aanvatten door grijpen, d.i. door de hand naar het voorwerp uit te strekken, met verschillende bedoelingen; om het vast te houden, te gebruiken of voor zich te nemen; om het gegrepene te redden of voor een ongeluk te behoeden; om zich aan het gegrepene vast te houden: een drenkeling grijpt zelfs een st...

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)