Wat is de betekenis van aangelegen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aangelegen

aangelegen - Bijvoeglijk naamwoord 1. ergens tegen grenzend aangelegen - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van aanliggen

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aangelegen

bn. (belendende): de - akkers, nl. grenzende aan de rivier, de weg enz.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangelegen

bn. (-er. -st) 1. ('a:n) rakend aan : de akkers. Syn. aangrenzend, aanliggend, aanpalend, belendend. 2. (gə'le:gən) belangrijk, gewichtig : een punt; zich iets laten zijn.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aangelegen

Aangelegen - bn. dichtbijgelegen, belendend; (-er, -st), belangrijk, gewichtig (zaken).

2024-04-20
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aangelegen

zie Belangrijk.