Wat is de betekenis van aangeleerd?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aangeleerd

aangeleerd - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van aanleren

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aangeleerd

bn. (aangewend, het tegengestelde van aangeboren).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aangeleerd

('a:n) bn. door leren eigen gemaakt ; een -e vaardigheid. Syn. verkregen, verworven. Tgst.aangeboren.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

aangeleerd

aan'geleerd, bn., het tegendeel van aangeboren, natuurlijk; door leren en oefenen verkregen: een aangeleerde toon; aangeleerde manieren.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aangeleerd

Aangeleerd - bn. het tegendeel van aangeboren, natuurlijk; voorgewend: eene aangeleerde afgetrokkenheid.