Wat is de betekenis van aanbelanden?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

aanbelanden

aanbelanden - Werkwoord 1. ergatief ergens terechtkomen, oorspronkelijk per schip Columbus dacht dat hij in Indië zou aanbelanden. We zijn aanbeland bij hoofdstuk zeven. Woordherkomst samenstelling van aan en belanden Synoniemen...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aanbelanden

(belandde aan, is aanbeland), ergens aankomen om daar te vertoeven of te blijven (meestal met het bijdenkbeeld van toeval): ik weet niet, waar hij nog eens aanbelanden zal, terechtkomen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

aanbelanden

belandde-, i. -beland (ergens aankomen, [toevallig, om daar te vertoeven of te blijven]): na veel zwervens hier -.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

aanbelanden

('a:n) (belandde aan, is aanbeland) meestal toevallig terechtkomen : waar zal die eindelijk -? Syn. aanlanden, belanden, landen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

aanbelanden

Aanbelanden - (belandde aan, is aanbeland), ergens aankomen om daar te vertoeven of te blijven, meestal met het bijdenkbeeld van toeval; terechtkomen.

2024-04-19
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Aanbelanden

zie Aanlanden.