Wat is de betekenis van Aan het laatje zitten?

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Aan het laatje zitten

D.w.z. aan de regeering zijn, aan de (staats)ruif zitten, ‘over de geldmiddelen te beschikken hebben, veelal met de bijgedachte dat men daarvan profiteert’ (Ndl. Wdb. VIII, 899). Zie Harreb. 1,192: Die bij de flesch (ofaan de lade) zit, zegent zich zelven (ofhet eerst); De Amsterdammer, 17 Aug. 1913, p. 1 k. 2: De heer Dr. Kuyper, wien...

2024-04-25
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Aan het laatje zitten

in de gelegenheid zijn zich te bevoordeelen. Laatje is hier de geldlade.