Wat is de betekenis van Aan de vruchten kent men den boom?

2024-03-29
Gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Aan de vruchten kent men den boom

MATTHEÜS 7 vers 20, MATTHEÜS 12 vers 33. LUKAS 6 vers 44. (Gewijzigd.).

2024-03-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Aan de vruchten kent men den boom

D.w.z. 's menschen karakter toont zich in zijne daden; ook gezegd van kinderen met betrekking tot hunne ouders. Eene zegswijze, die ontleend is aan den bijbel, en wel aan Math VII, 17-20; XII. 33: Luc. VI, 43-44; zie Zeeman, 102 en vgl. mlat exfructis arbor agnoscitur; arbor sit qualis, fas est cognoscere malis; fructibus ipsa...