Wat is de betekenis van aan de scharrel gaan?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

aan de scharrel gaan

(1929) (euf.) geen vaste verkering hebben; overspel plegen. • Scharrel = scharrel. Hai is aan de scharrel teegnswoordeg hij houdt er een meisje op na. (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929) • 'Scharrelen' is altijd vooral gebruikt geweest voor het drijven van allerlei kleine handeltjes (hij scharrelt zijn kostje bij elkaar...

Gerelateerde zoekopdrachten