Aaks—(aakse ,aks}—bijl—hellebaard
De beide eerste woorden duiden een scherp werktuig om te hakken aan. De Hellebaard, ook van eene punt om te steken voorzien, vroeger als wapen in gebruik, was aan de scherpe zijde breeder dan de beide andere werktuigen. De aaks, die meer voor het vellen van boomen gebruikt wordt, is eigenlijk slechts een bijl met langen steel.