A-al-tolletje
o. (-s), zeszijdig tolletje, aan elke zijde gemerkt met een der letters A (alles trekken), B (bijbetalen), D (dubbel inzetten), N (niets trekken), S (inzetten) en T (trekken), waarmee een kansspel gespeeld werd.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s), zeszijdig tolletje, aan elke zijde gemerkt met een der letters A (alles trekken), B (bijbetalen), D (dubbel inzetten), N (niets trekken), S (inzetten) en T (trekken), waarmee een kansspel gespeeld werd.
M. J. Koenen's (1937)
o. -s (zeskant draaitolletje, gemerkt met de letters A, B, D, N, S en T, om zeker kansspel te spelen); A (alles), B (bij), D (dubbel), N (niet), S (zet), T (trek).
John Kooy (1933)
zesvlakkig tolletje voor kansspel met de letters A ( = alles trekken), B ( = bijbetalen), D (= dubbel inzetten), N (= niets trekken), S (= inzetten), T (= trekken).
Jozef Verschueren (1930)
(a-'al) o. (-s) zeskant draaitolletje voor een kansspel, gemerkt met de letters A ( = alles trekken), B (= bijbetalen), D (= dubbel inzetten), N (= niets trekken), S (= (in)zetten), T (= trekken).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
a-al'-tolletje, o. (-s), zeskantig tolletje, gebruikt bij een kansspel; de zes zijden zijn gemerkt A (alles), B (bij), D (dubbel), N (niet), S (zet), T (trek).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
A-al-tolletje - ook altemaalstolletje, een met de vingers rondgedraaid tolletje, om te dobbelen, zeszijdig en gemerkt met de letters A (trekt alles), B (bijbetalen), D (dubbel inzetten), N (niets trekken), S (set, nog eens inzetten), T (trek, één). Tegenwoordig weinig meer in gebruik.
J.H. van Dale (1898)
A-al-tolletje - o. (-s), zeszijdig tolletje, aan elke zijde gemerkt met eene der letters A (alles trekken), B (bijbetalen), D (dubbel inzetten), N (niets trekken), S (inzetten) en T (trekken).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: