Belastingen

Belasting begrippen omschreven

Gepubliceerd op 12-10-2016

Inkomensheffing

betekenis & definitie

Inkomensheffing (of inkomstenbelasting) is een directe belasting die geheven wordt over het inkomen. De inkomensheffing is onderverdeeld in het inkomen uit werk en woning (box 1), het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en het inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Iedere box heeft een eigen belastingtarief.

De verschillende boxen die binnen de inkomensheffing vallen dekken elk een ander aspect van het inkomen. Op deze manier wordt elke vorm van inkomen maar één keer belast, waardoor men geen dubbele belasting over het inkomen hoeft te betalen. De inkomensheffing wordt jaarlijks geheven middels de belastingaangifte en geldt alleen voor particulieren. Voor ondernemingen bestaat er een vergelijkbare belasting, de vennootschapsbelasting.

In box 1 wordt het reguliere inkomen belast. Hierbij gaat het onder andere om inkomen uit werk, uitkeringen en pensioenen en winst uit een onderneming. In box 1 kan men ook gebruik maken van aftrekposten, die een aftrekpost opleveren. Of en hoeveel aftrekpost men recht op heeft hangt van de persoonlijke situatie af. Over het belastbare inkomen (brutoloon-aftrekposten) vindt een inkomensheffing plaats, verdeeld over vier schijven. Hoe hoger het inkomen is, in hoe meer schijven er belasting betaald moet worden.

Voordeel uit een aanmerkelijk belang wordt belast in box 2. Men heeft een aanmerkelijk belang als men minimaal 5% van de aandelen van een onderneming bezit. In dat geval moet men 25% belasting betalen over het voordeel dat men behaald heeft, bijvoorbeeld door een dividenduitkering. Als aftrekpost mag men de kosten opvoeren die men gemaakt heeft om het voordeel te behalen.

In box 3 vindt de inkomensheffing over het voordeel uit sparen en beleggen plaats. Denk hierbij aan ontvangen rente en dividend. De Belastingdienst gaat hier uit van een vastgesteld rendement, waardoor men zelf geen rendement hoeft op te geven. Over dit rendement betaalt men 30% inkomensheffing.