a. De gespeelde tijd, waarbinnen het dramatisch spel zich afspeelt.
b. De reële tijd waarbinnen het dramatisch spel zich afspeelt.
c. De historische tijd (bijvoorbeeld: Middeleeuwen, huidige tijd enz.) waarbinnen het dramatische spel zich afspeelt.
Dramadidactiek;
Tussen en binnen de scènes kan (→) tijdverdichting optreden.
Literatuur
- Hans van Dam, Theater in gebruik, 1996
- Marcel van Dijck, Dramatiseren, 1996