Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Gepubliceerd op 30-06-2017

Liturgie

betekenis & definitie

Gr.>: leitourgia = dienst aan het volk of Gr.>; lèitos = openbaar, ergon = daad, werk.

a. Kerkelijke gebruiken c.q. voorgeschreven plechtige handelingen (→) rituelen en gewaden van enige godsdienst.
b. Het geheel van gebeden, gezangen, houdingen (staan, buigen, knielen) gebaren (met hoofd, armen en handen) en symbolen (o.m. kleuren: wit, rood, groen, paars en zwart).

Betekenis: in het christendom: in diepste wezen de actualisering van het Nieuwe Verbond tussen God en Mens Jezus Christus, zoals die door woord en → riten in en door de katholieke kerk gevierd wordt tot verheerlijking van God en tot heil van de gelovigen.
a. Uitvoering van de liturgie in: Het Officie (= koorgebed ofwel getijden: gebeds- en gezangdiensten) door kanunniken en monniken op vastgestelde tijden:

Metten: ‘s nachts Lauden: voorochtend Prime: zes uur a.m. Terts: negen uur a.m. Sext: middaguur Noon: drie uur p.m. Vespers: zes uur p.m.
Completen: negen uur p.m.
b. Sacramenten
c. De Eucharistieviering = de H. Mis, Het Avondmaal. Geschiedenis (beknopt). Na een aanvankelijke periode van creativiteit, vrijheid, en spontaneïteit, groeide de christelijke liturgie naar een sterkere eenheid gebondenheid. In West-Europa vindt er omstreeks de 4e/5e eeuw een standaardisering plaats onder invloed van de Kerk van Rome:Romeinse Liturgie. In de Middeleeuwen was de liturgie vooral een aangelegenheid van priesters en monniken. Het gewone volk raakte van de liturgie vervreemd door minimale toegestane deelname. De liturgie werd op den duur een onaantastbaar heiligdom en een vastliggend geheel, waaraan niet te tornen viel.