a. in handeling weergeven van reële of verzonnen situaties;
b. theaterstuk = toneelstuk als kunstvorm, waarbij door middel van woord, en/of gebaar en mimiek een gefingeerde menselijke conflictsituatie in een (meestal) sluitend causaal handelingsverloop, door één of meer handelende personen voor een publiek wordt opgevoerd;
c. als verzamelnaam voor zowel blijspel als voor treurspel →komedie →
tragedie;
d. als verzamelnaam voor de gezamenlijke toneelstukken van een → genre, van een periode of land of cultuur;
e. toneeltekst;
f. is de wettelijke naam voor het schoolvak drama.
Drama is afgeleid van Griekse verbum: dran’ = handelen, doen, bezig zijn met. In de definitie van drama te verstaan als menselijk handelen waaronder beweging, gebaar, gesproken woord en mimiek. In drama gaat het over de → uitbeelding van, voor anderen (toeschouwers) waarneembaar gedrag.
a. "Drama is dat proces in de mens, dat → verbeelding omzet in handelen. Intern gebaseerd op inleving en vereenzelviging, leidt het extern tot het spelen van een →rol (onverhuld en verhuld). Die handeling krijgt → betekenis binnen de wisselwerking met andere mensen. Onderwijs kent van zulk spontaan dramatisch handelen deze vormen: kinderspel → improvisatie en → rollenspel". Courtney (vert. H. Coppens)
b. "Toneel is de kunstvorm van het dramaproces, het dramatisch product dat aan vormeisen en regels voldoet, waarvan de ‘speler in kostuum' het middelpunt is". Courtney (vert. H. Coppens, onderst. T.K.) ad d.: voorbeelden:
- genre: sociaal drama
- periode: het Middelnederlands drama
- land: het Franse klassieke drama
- cultuur: het Aziatisch drama
Literatuur
- Bergh van den: Teksten voor toeschouwers, 1991
- Bakelen van/Coppens: Een leerplan drama
- Courtney: The dramatic curriculum, London - Ontario, 1980
- Balthazar Verhagen: Dramaturgie