Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Gepubliceerd op 30-06-2017

Aristotelisch theater

betekenis & definitie

Wijze van theater maken volgens de Aristotelische principes: publieksgerichte opbouw (→) spanningsboog of stuwingslijn (→) catharsis en de daarvan afgeleide principes: de eenheid van handeling (en later) van tijd en plaats. (→) Aristotelisch model.

Deze principes of grondbeginselen heeft de Griekse filosoof en theoreticus Aristoteles (384-322 v.Chr.) beschreven in zijn werk Poëtica (Per Poiètikès ca. 330 - waarschijnlijk oorspronkelijk twee delen, waarvan een deel over comedie en satire verloren is gegaan): het meest gelezen boek van Aristoteles en het oudste West-Europese geschrift van dien aard, met vérstrekkende invloed. Hierin beschrijving van elementen van drama: identificatie, spanning, meeleven, ontroering en ontlading. Tot in het midden van de achttiende eeuw zijn op basis hiervan normatieve poëtica’s ontworpen, die de opvattingen van Aristoteles verabsoluteren tot essentiële regels van de tragedie, onder meer de eenheden van handeling, plaats en tijd. In de hedendaagse (→) dramaturgie veelal als negatieve omschrijving gebruikt, in verband met andere opvattingen over theater maken.
(→) episch toneel

Literatuur
- Aristoteles, Poëtica, Nederlandse vertaling door N. v.d. Ben en J.M. Bremer 1986
- Hans van Dam, Theater in gebruik, 1996
- Melchinger, Drama en toneel van Shaw tot Brecht, 1959