Definities van Molenwoordenboek in de Ensie Molenwoordenboek
- Aanbrenger
- Aangelanden
- Aanhouder
- Aanslag
- Acacia (Robinia)
- Achterbalk
- Achterbril
- Achterkalf
- Achterkeuvelens
- Achterkeuvelensbalk
- Achterkoppel
- Achterlijk
- Achterloop
- Achtermolen
- Achtervelg
- Achterwaterloop
- Achterzomer
- Achterzoom
- Achtkante (of achtkantige) molen
- Achtkante stenen molen
- Achtkantstijl
- Admiraal
- Afharpen (in Zaanse pelmolens)
- Afhouder
- Afkort-trekzaag
- Afloper
- Afschietwerk
- Afschotcirkel
- Afslagtak
- Afstandhouder
- Amerikaanse molen
- Andreaskruis
- Ankers
- Appelpot
- Arduin
- Ark
- Arme steen
- Armkammen
- Armpal
- Armwiel
- As
- Asbijl
- Asgaten
- Askop
- Asmolen
- Aswiel
- Axiale druk
- Azijnhout
- Azobé
- Baan
- Baansteen
- Baard
- Babbitmetaal
- Bak
- Bak (in Groninger pelmolens)
- Bak, halve
- Balanceer rijn.
- Balanceerbus
- Balie
- Baliemolen
- Balkdiameter
- Balkenwinderij
- Balkenzager
- Balkijzer
- Ballastkist
- Ballastlaag
- Bandvang
- Banmolen
- Barkmolen
- Basten
- Baumhauer, von
- Beckers
- Beendermolen
- Beerstutten
- Beet
- Befkast
- Beitel
- Bek
- Bekijzers
- Bekpootje (in Zaanse pelmolens)
- Belegketting
- Belegstukken
- Beltmolen
- Bemalen
- Beneden, de vloer (in Zaanse pelmolens)
- Benedenloop
- Bergmolen
- Bestevaer
- Beugelijzer
- Beuken
- Beukmolen
- Bezaan
- Bezaanstok
- Bezetketting
- Bijenwas
- Bijhouden
- Bijkoning
- Bijter
- Bijvallen (in Zaanse pelmolens)
- Biksmolen