Gepubliceerd op 04-05-2021

Romantisch ballet

betekenis & definitie

1. Balletstijl.

2. Periode in de balletgeschiedenis van 1830 tot 1860. De termen klassiek ballet en romantisch ballet worden vaak verward. De romantische balletten zijn alle volgens de klassieke techniek in koreografie gezet. De klassieke balletten hebben soms wel een romantische inhoud of stijl. Romantische balletten zijn dus een onderdeel van het klassieke ballet.

De balletkunst vertoonde in de romantische periode dezelfde eigenschappen als de andere kunsttakken. Het essentiële karakter ervan werd door de keuze van het onderwerp bepaald. Hoofdthema’s waren de strijd tussen de realiteit en de droom, tussen de materie en de geest. Deze gegevens werden uitgewerkt in dramatische liefdesverhalen, sprookjes en legenden. Dit bracht een hele revolutie in de dans zelf teweeg. Voor de eerste keer in de geschiedenis verhief de ballerina zich op de tenen of op de pointes, om het contact met de aarde, het symbool van de materie en de realiteit, te verliezen.

De kostuums van het hofballet werden opgegeven en vervangen door de witte tutu’s. Hierdoor ontstond het ballet blanc. Tijdens de romantiek deed de volksdans zijn intrede in het ballet en werd verwerkt in de klassieke techniek. Zo ontstond de karakterdans. Heel de periode van het romantische ballet werd gedragen door de danseres, de aangebedene van het publiek, de diva. Voor de eerste maal was nu een vrouw hoofdfiguur in een ballet.

Waar vroeger mannen vrouwenrollen dansten in travestie, werd de situatie nu omgekeerd. De mannelijke danser werd geheel van het podium verbannen, omdat men zijn lichaamsbouw en -bewegingen te grof vond in tegenstelling met die van een vrouw. Dit vooroordeel tegen de mannelijke danser, dat nu nog bestaat, was een van de verderfelijke kenmerken van de romantiek. Er is dan ook slechts één beroemd danser uit de periode van de hoogromantiek bekend gebleven: Jules Perrot.

Tijdens de romantiek ontstond de foyer de la danse. Deze zaal lag achter het podium van de Parijse Opera en was de plaats waar de danseressen zich opwarmden voor een optreden. Tevens was ze het trefpunt voor de ballettomanen. Spoedig kreeg deze plaats ook een andere functie: ze werd gebruikt als rendez-vousplaats, waar de heren uit het publiek de danseressen konden ontmoeten. De danseressen kregen hierdoor een zeer slechte reputatie, die door sommigen nog niet vergeten is, hoewel er van zulk foyer de la danse geen sprake meer is.

Aan het einde van de romantiek trad er een verstarring op in de balletkunst. Men was vastgelopen in het vertonen van zoeterig gedoe.

De romantiek bracht nochtans niet alleen negatieve zaken mee. Anders zou het niet een van de grootste bloeiperioden van het ballet geweest zijn. Door het gebruik van de pointes werd de techniek verrijkt met nieuwe passen. De romantische dans bracht heel wat nieuwe koreografische concepten mee. Grote aandacht werd besteed aan de artistieke waarde van de muziek, het decor en de kostuums.

Tot de Voornaamste persoonlijkheden uit het romantische ballet behoren de dansers Marie Taglioni, Carlotta Grisi, Fanny Cerrito, Lucile Grahn, Carlotta Rosati, Fanny Elssler en Jules Perrot; de koreografen Filippo Taglioni, Jean Coralli en Mazilier; de componisten Adolphe Adam, Halger Simon Paulli en Burgmüller; de kostuumontwerper Eugène Lamy; de schrijver Théophile Gautier. Deze laatste was de talentvolle auteur van het meesterwerk van de romantiek, Giselle, gecreëerd in 1841. Andere belangrijke werken uit deze periode zijn La Sylphide, Le Corsaire, Paquita, La Péri, La Fille du Danube, Pas de Quatre, Esmeralda, Konservatoriet, Napoli, Flowerfestival at Genzano.

Het zwanenmeer en Les Sylphides dateren van een latere periode en zijn voorbeelden van neoromantisch ballet.