(het; g.mv.) TU - gymdiscipline turnen voor vrouwen op vier toestellen, in olympische volgorde: paard (sprong), brug ongelijk, balk, vloer; daarbij ligt het accent meer op de lenigheid, evenwicht, elegantie en showelementen dan op de krachtonderdelen van de herentoesteloefeningen.
• Bij het damesturnen is de vloeroefening op muziek, bij het herenturnen niet. De (top)scores op de schaal van 1-20 liggen bij de vrouwen een stuk lager dan bij de mannen, (THEBE)