Gepubliceerd op 29-03-2021

Wandschildering

betekenis & definitie

(en fresco). Als oudste v.b. worden wel de rots- en holenschilderkunst beschouwd.

Z. Paleol. kunst, Rotskunst. Vele oude kultuurvolken kenden de w. en f. Er is echter betrekkelijk weinig van over. Z. ook Schilderkunst en Reliëf.Zeer oude fresco’s in verschillende kleuren (een grote 8-puntige ster en sporen van voorstellingen van gazellen, vogels en misschien ook mensen) werden in Tuleilat el-Ghassul uit het Midden-Chalkolithicum v.h. Nab. O. aangetroffen. Men ziet een verband met de Halaf*ceramiek. De oudste fresco’s, die in Mesop. gevonden zijn werden in teil Ukair gevonden, waar de muren en het altaar v.e. tempel* uit de Djemdet Nasr*-periode ermee waren versierd : boven een strook van geometrische motieven, die in kleur en voorstellingen sterke gelijkenis met de ceramiek van deze periode vertonen, is een processie van mens- en dierfiguren in halve grootte aangebracht. Bij de Fr. opgr. in Mari* werden fresco’s gevonden in het beroemde paleis* van deze stad; in het paleis van Yarim-Lim van laag VII van Alalach* werden fresco’s uit hetzelfde tijdvak aangetroffen.

Ook in woonhuizen van Nuzu uit de Mitanni-periode heeft men sporen van beschildering aangetroffen. Belangrijker echter is het fresco v.h. Kassit.* paleis in Dur Kurigalzu*, de nieuwe hoofdstad van Kurigalzu II, 1337-1313; dit fresco beeldt een stoet van hoge ambtenaren uit; het is langs de onderkant v.d. muur aangebracht en preludeert dus op de glazuur-stenen en de geglazuurde orthostaten van Kar Tukulti-Ninurta*, en daarmee op de latere Assyr. reliëfs*. In Kar Tukulti-Ninurta werden verder nog fresco’s gevonden, die kunsthistorisch van belang zijn, omdat zij voorstellingen bieden v.d. „heilige boom” en de gekamde griffioen, die in later tijd - ook in combinatie - veelvuldig voorkomen; beiden zijn het Mitanni-motieven, die naast de „hemel-pilaar” en de gevleugelde zonneschijf tot de typische motieven v.d. Mitanni-zegels* behoren ; een deel v.d. Mitanni-motieven, b.v. de sfinx* en de gevleugelde zonneschijf, komen al regelmatig op vroegere Syrische zegels voor, waarin de Eg. invloed duidelijk waarneembaar is.

Fresco’s uit de Assyr. tijd werden in Nimrud* en Chorsabad* (in de troonzaal) gevonden, maar ook in het provincie-paleis van Teil Ahmar (Til Barsip). Vooral deze laatste fresco’s zijn zeer omvangrijk.

De op de muren v.h. Egyptische graf* afgebeelde voorst, berustten op de idee, dat de overledene over de dood heen voortleefde om zijn gewone leven voort te zetten. Zo worden allerlei scènes in schildering en reliëf* gegeven, die het dagelijks leven uitbeelden. Op de muren v.d. tempel* worden de activiteiten v.d. koning afgebeeld (Z. Fotop. 32) en voorts allerlei tempel-ceremoniën. Veel graven v.h. Middenrijk leveren schilderingen op stucco op de wanden der hypogea*.

De muren v.d. tempels v.h. Nieuwe Rijk zijn rijkelijk met gepolychromeerde reliëfs versierd. Te Thebae treft men vooral muurschilderingen aan, omdat de kalksteen v.d. rotswanden van slechte kwaliteit is.

Wanneer wij een Egyptische w„ tekening of reliëf beschouwen, moeten wij ons er voor hoeden datgene te willen corrigeren, wat niet strookt met onze methoden. De vogels b.v. tonen zeer karakteristieke silhouetten en zijn tevens voorbeelden van ontleding der vlakken. De Eg. tekenen elk gedeelte in die positie, waarin het het best herkenbaar is. Als wij de afbeelding v.h. menselijk lichaam beschouwen zien wij, dat de Eg. kunstenaar het wenst weer te geven zoals het werkelijk is en wel met de verschillende delen op de meest karakteristieke wijze uitgebeeld en niet zoals dat lichaam ons voorkomt. Er waren regelmatige proporties voor de menselijke figuur vastgesteld en van deze canons van afmetingen zijn er verscheidene in gébruik geweest gedurende de verschillende perioden. De Eg. schenen de perspectief te schuwen, dit wil echter met zeggen, dat zij deze niet kenden: kleinere, op het eerste gezicht onbeduidende figuren wijzen op het tegenovergestelde.

Terecht beroemd zijn de wandschilderingen in de Minolsche paleizen op Kreta*.

In de Gr.-Rom. oudheid eveneens veel voorkomend : Architectuur, ornamenten en allerlei voorstellingen in de kamers v.d. huizen. Vooral bekend de w. uit Pompei (Huis v.d. Vettiers) Zeer beroemd zijn de wandschilderingen in de Etruskische* graven. De w. in de katakomben* speciaal die te Rome, gelden als de oudste v.b. v. Christelijke Kunst.

Reeds enige eeuwen voorde dood v.d. Buddha, ca. 485 v.C. moet de schilderkunst in India een zekere hoogte hebben bereikt, doch v.b. zijn niet gevonden. Pas de schilderingen in grot 9 en 10 van Ajanta* kunnen gedateerd worden op le eeuw n.C. Hoewel de onderwerpen uitsluitend Buddh. zijn en dus geen bewijs voor een pre-Buddh. schilderkunst, blijkt uit de techniek toch een zeer grote en dus langere ervaring. Iets dergelijks kan ook bij de beeldhouwkunst worden vastgesteld. De schilderingen in de Ajanta-grotten strekken zich uit over 5 4 6 eeuwen en er is een grote invloed van uitgegaan, getuige de schilderingen te Bagh*. in Sittanavasalin, Z.

India, 7e eeuw, en die te Sagiriya* op Ceylon. Behalve o.a. schilderingen te Ellura* en in de Dekkan (10e eeuw) en in de grote tempel te Tanjore (1 le eeuw) heeft het tijdperk van ca. 700-1600 n.C. weinig opgeleverd, terwijl onder de latere Moghul-heersers, volgens Islamit. tradities, de belangrijkste onderwerpen (mens en dier) geen genade konden vinden en de gehele schilderkunst* hierdoor sterk achteruit gaat.

In verschillende Centraal-Aziatische kulturen werd s. toegepast: aangetroffen zijn prachtige v.b. in tempels van Toprak-Kala, Choresmië* in o.m. de Zoroaster-tempels van Pyanjikent* in pre-Buddh. en Buddh. tempelgrotten in de rijken a.d. Zijdeweg*. Z. Fotop. 29.

In Manchurüe, o.a. bij Mukden en op het Liaotung schiereiland, worden in vele onderaardse graven uit de Han*-periode fraaie wandschilderingen aangetroffen. In China zelf zijn o.a. bij Wang-tu* wandschilderingen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling aangetroffen. Voorbeelden uit later tijden zijn betrekkelijk schaars, met uitzondering der Buddh. wandschilderingen o.a. in het grottempelcomplex te Tun-huang'. Van de w. in de hoofdsteden, waarover in oude kronieken uitvoerig wordt bericht, is o.a. als gevolg v.e. 9e eeuwse beeldenstorm niets bewaard gebleven. De vroegste v.b. in Chinese tempels dateren uit de Liao- en Sung-tijd*. De w. worden op een leemlaag aangebracht. De echte fresco-techniek verschijnt eerst tijdens de Mongolen-heerschappij.

In de tempels* en paleizen* v.d. hoge Indianenkulturen zijn wandschilderingen bewaard. Bekend zijn de zeldzame realistische voorstellingen van religieuze aard te Bonampak.