Gepubliceerd op 29-03-2021

Paleolithische (en mesolithische) kunst

betekenis & definitie

Z. Fotopag. 3 en 32.

Z. ook Rotskunst. Men onderscheidt I voorstellingen met diverse schildertechnieken in kleur en zwart-wit; II Ingekerfde of -gehakte afbeeldingen, soms gedeelmet kleuren aangevuld, ook hierbij verschillende technieken; III Kleine plastieken, zoals Venus-beeldjes*, diersculpturen, geboetseerde en reiiëf-voorstelüngen. stukken steen, been, ivoor en gewei met ingekraste voorstellingen en met afbeeldingen of ornamenten versierde gebruiksvoorwerpen zoals „commandostaven”*, speerdrijvers*, e.d.In Frankrijk en Spanje zijn de grootste concentraties grottenschilderingen gevonden, soms diep in de rots, elders treft men de afbeeldingen op rotswanden en onder abri. Er zijn verschillende perioden, stijlen en technieken bekend terwijl op één plaats twee of meer stijlen of perioden door of over elkaar zijn vastgesteld. De grotten bevatten vaak ook vuurstenen artefacten uit dezelfde periode en soms lijfsieraden van schelpen, tanden, e.d. Menigmaal werden ook menselijke resten gevonden.

De oudste vb. van Paleol. kunst stammen uit ca. 30000-15000 v.C. met een artistiek hoogtepunt in het Magdaleniën*. Tot de meest bekende vindplaatsen behoren o.m. in Frankrijk: Laussel, Font-de-Gaume, omgeving Les Eyzies, Tuc d’Adoubert (o.a. ook geboetseerde bisons), Grotte des Trois Frères (o.a. ook dansende tovenaar), Maz d’Azil (o.a. beschilderde kiezelstenen), Lascaux, Angles (Reliëfs van mensen), en voorts in O. Spanje, Cantabrisch gebergte: Altamira. Elders in Fr. komt nog kleinkunst voor; Vogezen, Fontainebleau, Luxemburg. Als bijzondere vondsten gelden o.m. de vrouwenplastiekjes van Brassempouy, Lespugue, Willendorf, Kostienki, Mal’ta. Z. Moeder-Godin.

In Dts. wordt één grot met wandschildering aangetroffen en wel het Kleinen Schüler-loch bij Nuessing. Talrijker zijn de vondsten van kleine sculpturen zoals „Venus”-beeldjes*, bewerkte „commando-staven”*, diersculpturen van been en ivoor, stukken been met ingegraveerde afbeeldingen van dieren zoals in de Vogelherdhöhle, te Petersfelsen, en ca. 10 anderen. In België zijn versierde „Commandostaven” en gegraveerde stukken steen gevonden in grotten bij Goyet, Furfooz*, Hulsionniaux*, Juzaine-Bomal, en Pont-è-Lesse* (hier tevens een „Vernis”); Nederland is slechts een polissoir met ingekraste tekening rijk, de zog. „Vernis van Mierio”*.

In Italië zijn 3 grotten met wandschilderingen bekend en voorts zijn er in Zwitserland, Oostenrijk, Polen, Tsjecho-Slowakije, in de Oekraïne, in de Angaravallei, Eur. Rusland kleinplastieken gevonden. In geheel Afrika behalve in de bosstreken komen wandschilderingen voor, vermoedelijk voor een deel eveneens paleolitisch, o.a. Sahara-gebied (b.v. Tassili) Rhodesië (Nswatugi), Tangayika (Cheke) en in Z.W. en Z.O. Afrika (Drakensberg, Brandberg, Transvaal en Oranje Vrijstaat). Zie verder onder rotskunst.

Hoewel uit een veel latere periode, nl. Neol. en Bronstijd zijn de gekleurde rotsschilderingen met jachtscènes bij Zaraut-Sai in Centr.-Azië nog geheel in de Mesol. traditie. Hoewel de bedoeling van deze kunst natuurlijk nooit met zekerheid te achterhalen is neemt men toch vrij algemeen aan, n.a.v. parallellen bij huidige jagerskulturen (Australië, Bosjesmannen, Eskimo’s), dat men met behulp v.d. uitbeeldingen en event. rituelen jachtmagie bedreef teneinde vermenigvuldiging v.d. dieren en sukses bij de jacht te verkrijgen.

De Afb. stellen dan ook vnl. de dierenwereld van die tijd voor: Mammoet en neushoorn e.a. in de oudste periode, later vnl. rendieren, bisons, beren, oerossen, wilde paarden, herten en antilopen, gemzen, wilde ezels, ibexen, steenbokken, wolven, hyena’s, luipaarden, leeuwen, bevers, otters, hazen en een enkele maal vissen. Mensenvoorstellingen zijn schaars: enkele Venus-sen, tovenaars, jachtscènes. Afwijkend zijn de zog. handnegatieven* vnl. in Frankrijk, zoals die nog heden in Australië enz. voorkomen.