Gepubliceerd op 29-03-2021

Kleding

betekenis & definitie

Over de k. in de preh. worden wij ingelicht door reliëfs en beeldhouwwerken, grafsculpturen, afbeeldingen op vaatwerk, en soms door bewaard gebleven originelen; indirect, door vondsten van gereedschap voor spinnen, weven, van naalden, enz.

De aanduiding van kleding in het Paleol. is schaars, er zijn echter naalden gevonden en in Siberië een vrouwenplastiekie met Eskimokleding. Sculpturen met heupschorten zijn eveneens bekend. Z. Afb. pag. 234, 173.

Het houden van schapen voor wol, het verbouwen van vlas komt pas met het Neol.: dan leert de mens, hoe is niet bekend, spinnen. Sedert deze tijd worden stenen en benen spinschijfjes gevonden. De wol werd bevestigd op een spinrokken, zoals nog wel gebeurt, met de hand uitgetrokken en gedraaid. Het spinschijfje fungeerde als een soort vliegwiel. Het weven is wsch. ontstaan uit verschillende technieken van vlechten e.d. verbindingen, misschien reeds in het Mesol., waarbij natuurlijke vezels gebruikt werden.

Het Neol. kende weefgetouwen, echter nog zeer primitief, de brons- en ijzertijd kennen meer gecompliceerde apparaten. China had lange tijd alleen de kunde v.h. zijdeweven; De kleding van Amerika is o.a. bekend uit vondsten van mummie’s*. kenmerkend is de poncho-dracht; Azië kent vnl. wikkel-, hemd(kiel-) en kaftan-drachten, waaraan in de meeste gebieden lendenschorten voorafgaan. Z. Fotopag. 9. Voor het sluiten v.d. kleding diende o.m. een speld, aanvankelijk van been, maar later van metaal en tenslotte de in ontelbare variaties voorkomende fibula*. De Klokbeker*-kultuur kende echter knopen.

Originele kleding uit het Heil. tijdperk is uit Egyptische graven gekomen, terwijl een aantal hoogst belangwekkende vondsten gedaan werden in venen en grafheuvels van N. Dts. en Z. Skand. (Egtved*) van door de chemische werking v.h. veen uitstekend geconserveerde bronstijd-lijken met kleding; een specialist op dit gebied is K. Schlabow, die ook reconstructies maakte (Fotopag. 9). Ook schoenen zijn hier en daar (Egypte, N. Amerika, N.W. Eur.) teruggevonden; een enkele maal kon de haardracht worden nagegaan.

Kleding, haardracht en zelfs lichaamstatoeage bleven bewaard in de bevroren graven van Pazyryk* e.a. koerganen: daar wordt ook de broek aangetroffen.

De broek verschijnt pas omstreeks het begin van onze jaartelling op afbeeldingen en schijnt een uitvinding van Centraal Aziatische ruitervolken: komt in gebruik bij o.a. Parthen, Perzen, Tocharen. Skythen, Germanen. De eerste knopen dateren uit het Chalkolithicum, maar worden niet algemeen gebruikt. Verschillende vormen van hoofdbedekking zijn eveneens bekend: karpoets- en fez-achtige modellen, vilten „hoeden” en in Azië allerlei hoofd-wikkeldoeken. Is in koude en gematigde klimaten de kleding een levensvoorwaarde, in warme gebieden geldt het meer als een teken van waardigheid en rijkdom: hoe hoger geplaatst, hoe rijker, hoe ouder: des te meer en ingewikkelder dracht.

Sieraden verschijnen reeds in het paleol. in de vorm van halskettingen en hangers en zijn wsch. voor een deel uit amuletten ontstaan, evenals in sommige gevallen de oer-kleding begint met bedekking v.d. voortplantingsorganen, die beschermd moesten worden tegen boze (magische e.a.) invloeden.