Gepubliceerd op 29-03-2021

Jeruzalem

betekenis & definitie

Een hele reeks van opgr. w.o. 1923 - 28 in de heuvel in het Z.O. (Ophel, waar de „stad van David” gevestigd was. De teil* in het Z.O. werd reeds in de Bronstijd bewoond.

Hoewel de stad door Jozua geplunderd werd, bleef zij in Kanaanit.* handen tot de verovering door David, die de stad tot zijn hoofdstad maakte. In de tijd van Salomo werd de stad in N. richting uitgebreid, waarbij het centrale gedeelte v.d. O. heuvel als de plaats voor de tempel bij de stad werd betrokken. Of de W. heuvel in deze tijd al bewoond was is niet zeker. In afwachting v.d. komst v.h. leger van Sennacherib (Sanherib) liet Hizkia de tunnel graven waarin de beroemde Siloaminscriptie aangebracht was (II Kon. 20:20). In 597 v.C. werd de stad door Nebukadnezar II geplunderd; een deel der bevolking werd in ballingschap weggevoerd; lij. later werd de tempel volkomen verwoest.

Onder Perz. heerschappij werd de stad herbouwd en verwoest door de Rom. onder Titus. Door Hadrianus herbouwd als Aelia Capitolina (130). Werd daarna Byzantijnse stad: H. Grafkerk (ca. 323 door Constantijn) e.a. monumenten; Arab. verovering 637. Op tempelterrein verrijst de „Dom v.d. Rots”. Uit al deze perioden bezit J. overblijfselen.