Gepubliceerd op 29-03-2021

Glas

betekenis & definitie

Sedert 4000 v.C. maakt men in Egypte gebruik van ondoorzichtige glaspasta voor het vervaardigen van voorwerpen. Centrum Alexandrië.

Terwijl dus het Eg. glas ondoorschijnend is, hebben de Phoen., die de glasbewerking v.d. Eg. hebben overgenomen, vooral doorschijnend glas vervaardigd. Zij maakten in het eerste millennium in ongekleurd en doorschijnend glas, in gekleurd, doorschijnend glas, ook in ondoorschijnend glas schalen, flessen, flacons. Tegen het begin v.d. eerste eeuw v.C. werd het glasblazen ontdekt en met deze methode werd zeer dun glas vervaardigd, dat zeer vermaard was. Zeer dunwandige bekers, waarop in glaspasta schelpen of vissen zijn aangebracht, werden door hun makers gesigneerd en zijn bij opgravingen ver van Sidon, waar ze gemaakt werden, gevonden.

In Gr. vindt deze kunst nooit ingang; in Rome wordt g. na de uitvinding v.h. glasblazen populair. Er ontstaat in Italië en de provincie, met name Gallië en later de Rijnstreek (centrum Keulen) een uitgebreide glasindustrie met vooral Syrische glasblazers, die het materiaal in de meest verscheiden vormen bewerken. Z. diatreetg. en mille-fioriglas.

De Prov. Rom. glaskunst a.d. Rijn wordt in de Frankische* tijd voortgezet, Z. Slurfbeker. Glas had invloed op het aardewerk, b.v. terra sigillata*. De geromaniseerde Nederlandse bevolking kende het glas, getuige de grootste vondst alhier te Esch.