Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zuurstofloos

betekenis & definitie

met weinig of geen zuurstof.

zonder zuurstof; weinig of geen zuurstof bevattend; met weinig of geen zuurstof; anaeroob.

Voorbeelden:
Te ondiep slootwater wordt snel warm, troebel en zuurstofloos.
http://www.ilperveld.nl/site_life/ned/actueel.html, 2004

De worm graaft zich, met de kop naar beneden, tot 40 centimeter in in fijn zand en slik in het getijdengebied, kustwateren en estuaria. Het dier leeft van bacteriën uit het zuurstofloze gedeelte van de bodem. Zelf dient de volwassen draadworm als voedsel voor de zandzager, platvissen als schol en bot en de rosse grutto.
http://www.natuurinformatie.nl/ecomare.devleet/natuurdatabase.nl/i000904.html

Daarna maakten ze de grond nat en dekten die zorgvuldig af met folie. Door de folie raakt de grond binnen enkele dagen zuurstofloos, zodat de ondergewerkte plantenresten vergisten.
http://www.stw.nl/

Pyrolyse betekent chemische ontbinding van stoffen onder invloed van geleidelijke opwarming in een zuurstofloze ruimte.
De Standaard, 1996

Het Dijlebekken blijft zwaar vervuild. Stroomafwaarts van Leuven en in Mechelen is de Dijle in de zomer bijna zuurstofloos.
De Standaard, 1996

Om de bacterie te vinden reisden de onderzoekers af naar de Zwarte Zee. Volgens hen bevindt de bacterie zich in het zuurstofloze deel van de Zwarte Zee, op een diepte van negentig meter. Het aantal anammoxbacteriën blijkt zo groot, dat al het ammonium dat uit de diepere zee en zeebodem omhoog komt wordt omgezet in stikstofgas.
http://www.delta.tudelft.nl/jaargangen/35/13/03nwsanammox.html, 2003

Deze zoetwaterzone is het grootste deel van het jaar zo goed als zuurstofloos en dat kan de meivis, die in de buurt van Dendermonde paaide, niet overwinnen.
De Standaard, 1996

Ik weet nog hoe melig ik me vond terwijl ik me behaaglijk in de holte van de rugleuning nestelde, in de luxe van die te wijde kamerjas en een paar veel te grote Noorse sokken, alsof ik me terugtrok in een schulp die, hoe ruim hij me ook mocht zitten, spoedig te benauwend zou blijken, te zuurstofloos.
Erwin Mortier, Sluitertijd, 2002

< >