beschrijving van zeden.
beschrijving in woord of bewegend beeld die de zeden in een bepaalde tijd of in een bepaald milieu typeert door de belangrijkste kenmerken op een treffende, karakteriserende wijze weer te geven; uitbeelding in woord of bewegend beeld die de hoofdkenmerken van de zeden in een bepaalde tijd of in een bepaald milieu typerend uitdrukt.
Voorbeelden:
Michael Dobbs geeft in zijn laatste roman The Final Cut een weinig vleiend beeld van de Britse politiek. Geen verrassende karakteristiek voor Britse krantelezers die wekelijks hun portie politieke blunders en schandalen voorgeschoteld krijgen. Wel een opvallende zedenschets van een bestsellerschrijver die sinds de zomer ook de functie van vice-voorzitter van de Conservatieve partij bekleedt.
NRC, 1995
De door de debuterende Fraser C. Heston (zoon van Charlton) geregisseerde film is een magere, voorspelbare zedenschets, die veel te lang duurt en ten onrechte wil doorgaan voor een parabel over hebzucht.
NRC, 1995
De helft van het tijdschrijft wordt in beslag genomen door een verhaal van Paul Theroux, getiteld Lady Max, op het omslag aangekondigd als 'Leven en liefdes in Londen'. Het blijkt een nogal flauwe zedenschets van literair Londen, waarin sufgelezen en cynische recensenten figureren, wier enige vreugde het is na inlevering van hun stukje de besproken boeken snel te gelde te maken bij een antiquariaat.
NRC, 1994
In Colored People schetst hij de desintegratie - dank zij raciale integratie - van een kleine zwarte gemeenschap in zijn geboortedorp, Piedmont in West-Virginia. Drugs en geweld komen in het boek niet voor; het is een zedenschets van zwarte dorpelingen die probleemloos en zonder gevolgen vreemd gaan en straatfilosofen die aan de hand van het karakter van spelende kinderen bepalen wie hun vader moet zijn geweest.
NRC, 1994
Schaamteloos hangt Juvenalis een beeld op van het Romeinse stadsleven ten tijde van Nero en Domitianus. Zijn taal is scherp, humoristisch en retorisch. Ons heeft hij echter nog weinig te vertellen. Zijn uitlatingen over corruptie, hebzucht, hypocrisie, homoseksualiteit, vrouwen, literatuur, ouderdom of de wreedheid waarmee volkeren elkaar uitmoorden, zijn vervaagd tot brave clichés [...]. Veelal zijn het dooddoeners geworden, enigszins verwaterde signalementen van het menselijk bedrijf. Het gaat veeleer om een goedlachse zedenschets dan om satiren.
De Standaard, 1997