Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

zangvogel

betekenis & definitie

vogel die zanggeluiden voortbrengt.

vogel die behoort tot een zeer grote orde van vogels die zich onderscheidt door een ontwikkeld geluidsorgaan dat een reeks samenhangende, meestal in toonhoogte verschillende klanken in een herkenbaar patroon kan voortbrengen.

Voorbeelden:
Binnen de groep van zangvogels bestaat er een enorme verscheidenheid in de complexiteit van geluiden.
http://www.brok.be/nieuwsbrief0201.html, 2001

Zangvogels, vormen één grote familie; van het piepkleine goudhaantje tot de grote zwarte kraai. Al deze zangvogels maken door middel van hun zang duidelijk aan soortgenoten waar de grens van hun leefgebied (territorium) ligt.
Meppeler Courant, 1994

Sommige zangvogels leren het zingen uitsluitend tijdens hun jeugd. De spotvogel leert daarentegen zijn hele leven lang, tot hij wel honderd verschillende melodietjes kent.
NRC, 1993