Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

wortel

betekenis & definitie

Het begrip wortel heeft 6 verschillende betekenissen:

1) onderste gedeelte van een plant.
zich gewoonlijk onder de grond bevindend onderste gedeelte van een plant, boom of struik, waarmee deze water en voedingsstoffen uit de bodem opneemt en waarmee deze is bevestigd in die voedingsbodem.

2) peen.
eetbare, oranje wortel; peen; ook: plant waarvan de peen de wortel is (Daucus carota L.).
In het meervoud ook in toepassing op in stukjes gesneden en bereide wortelen.

3) onderste deel.
onderste deel van een tand, haar enz., waarmee deze vastzit.

4) oorsprong.
datgene waaruit iets ontstaat, groeit of voortkomt; afkomst; oorsprong; roots.

5) gereconstrueerde grondvorm.
gereconstrueerde grondvorm van een woord, die nooit een zelfstandig bestaan gehad heeft, maar die gevormd wordt om in de taalvergelijking en etymologie de verwantschap van woorden in verschillende talen aan te duiden.

6) uit een gegeven getal te berekenen grootheid.
uit een gegeven getal te berekenen grootheid, die een bepaald aantal malen met zichzelf vermenigvuldigd dit getal oplevert.
De wortel van een getal wordt vaak weergegeven door het wortelteken √ met daarbij dit gegeven getal; het aantal malen dat de wortel met zichzelf vermenigvuldigd moet worden om dit getal op te leveren is gelijk aan 2 of wordt aangegeven door de zogenaamde wortelexponent. Dikwijls in de verbinding de wortel van of uit (een getal).