Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

woonkamer

betekenis & definitie

vertrek om erin te wonen.

vertrek in een huis of gebouw dat erop is ingericht om daarin overdag en 's avonds te verblijven; vertrek om erin te wonen.

Voorbeelden:
In de woonkamer stonden een modern dressoir, een bankstel, een ouderwets cafétafeltje met afgezaagde poten dat als salontafel dienstdeed en een schemerlamp met een kap van namaakperkament.
Pieter Aspe, Pandora, 2003

Af en toe hoorde je ze op de achtergrond terwijl we met ons hele gezin in de woonkamer zaten te eten, te lachen, te praten of te kaarten.
Leo Pleysier, De dieven zijn al gaan slapen, 2003

Ze ging zitten op een van de stoelen aan de grote eettafel, die vanaf de open keuken de woonkamer in stak.
Loes Wouterson, De tweede geschiedenis, 2001

In de woonkamer staat de televisie aan.
Peter Terrin, Kras, 2001

Ik zag de woonkamer met zijn tafels en stoelen.
Yvonne Keuls, Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel, 1985