witgepleisterd.
met witkalk bestreken; met witte pleisterkalk bestreken; witgepleisterd.
Voorbeelden:
Toen Nielsen door een misverstand in de Parijse defensie plots vrije baan kreeg op een boulevard richting doel, voelde Algerino de onweerstaanbare drang om aan de sportieve noodrem te trekken. Hij peddelde de verse Club-Deen onderuit. Sneller dan een weerlicht van de orkaan Bertha suisde Van Den Wijngaert vanuit de middencirkel naar de plek des onheils, met zijn vinger wijzend naar een witgekalkt stipje.
De Standaard, 1996
In de omgeving van het dorp Tarambados bevindt zich een concentratie van deze duiventorens die evenals de andere gebouwen op deze eilanden zijn witgekalkt.
http://www.postduiven.com/promotie/duivenbase/index.htm
Midden op het pleintje staat een boom waarvan de stam witgekalkt is.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001