Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

winkelpand

betekenis & definitie

pand van een winkel.

pand waarin een winkel is gevestigd.

Voorbeelden:
De Nijmeegse onderzoeker stelt vast dat winkelpanden steeds meer geëxploiteerd worden als beleggingsobjekt. De grote ketens kopen meestal zelf het filiaalpand aan, maar de kleinere huren van institutionele beleggers zoals de beheerders van pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen.
De Standaard, 1996

Een probleem apart vormt de leegstand boven winkelpanden. Vooral de Meir heeft met dit fenomeen af te rekenen.
De Standaard, 1997

Max Food bezorgt boodschappen gratis thuis. De kosten daarvan kunnen voor rekening van Max Food komen omdat de internetsupermarkt geen winkelpanden en winkelpersoneel heeft.
ANP, 2001

< >