Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

wilde appel

betekenis & definitie

in het wild groeiende appelboom.

kleine, in het wild groeiende appelboom waarvan de gekweekte appelrassen afstammen (Malus sylvestris).

Voorbeelden:
Uit de begintijd is bekend dat er naast beuk ook nog andere boomsoorten voorkwamen, zoals eik, berk, esp, es, els, tamme kastanje, wilde appel en mispel.
http://www.homepages.hetnet.nl/~ridmrt55/Inlnew.htm

Alle bomen en struiken zijn 'inheems genetisch'. De wilde appelboom, waarvan er nog maar tachtig in heel Nederland te vinden waren, keert hierdoor terug in het landschap.
http://www.annahoeve.com/index1.html

De wilde appel heeft een dichte, lage en koepelvormige kroon met dichte, kronkelende takken. De schors is grijsachtig bruin of donkerbruin. Vaak is deze gebarsten in rechthoekige stukjes. De twijgen zijn geribbeld en vaak gedoornd.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_appel

In heel Nederland staan nog maar tien tot vijftien wilde appels.
NRC, 1993

< >