vat voor wijnopslag.
vat dat dient om wijn in te bewaren of te vervoeren; vat voor wijnopslag.
Voorbeelden:
De Fransen gebruiken de biezen voor het dichten van de wijnvaten. De biezen worden tussen de houten duigen van de vaten gelegd en daarna aangeperst. Een bies zet uit en krimpt mee. Proeven van Franse wijnboeren om de vaten met plastic te dichten liepen op niets uit.
Meppeler Courant, 1994
Ik duwde tegen een deur en bevond mij in de schemerige ruimte van een wijnkelder. Ik stommelde een tijdje op de tast rond tussen grote sombere wijnvaten en wandrekken vol met wijnflessen.
Levi Weemoedt, Een treurige afdronk, 1984
Een kroeg bestond meestal uit twee ruimten. De ene gaf uit op de straat en was voorzien van een gemetselde toonbank, waarin plaats was voor wijnvaten en waarop houtskoolvuurtjes konden staan voor de eventuele warme prak of voor het verwarmen van wijn: de Romeinen hielden van warme wijn met honing en kruiden.
http://satura-lanx.telenet.be/Vita%20Romana/02_Vita%20Romana_dagelijks%20leven/13_3C.htm
Maar op de terugreis die zijn laatste zou worden, schrok het paard, omdat een wijnvat losraakte en op de Belgische kasseien kapotspatte.
Yvonne Keuls, Annie Berber en het verdriet van een tedere crimineel, 1985