[b]vlezige en zachte kin; mollige kin.
Vaak met de bijgedachte dat deze fysieke eigenschap ook duidt op negatieve psychologische kenmerken zoals passiviteit, geringe wilskracht e.d.[/b]
Voorbeelden:
Gelaatkunde is één van de leringen die momenteel misbruikt worden voor platvloerse karakterologie [...]. Kin. Vierkante kin: redelijk; Ronde kin: goedaardigheid; Puntige kin: fijnheid, precisie; Sterke kin: actieve verwerkelijker; Weke kin: passief.
http://henkenmialeene.org/openbaar/26e_cyclus_-_de_physiognomi/26_-_de_signatuurleer.html, 2008
Zijn scherpe blik gleed tastend langs de gelaatstrekken van de man voor hem. De volle, zinnelijke lippen boven een wat weke kin, de stompe neus, het te blonde geplakte haar, het dunne laagje schmink.
Appie Baantjer, De Cock en de moord op melodie, 1983
Ook de andere leden van het panel min twee zou ik wegspoelen, zo bijvoorbeeld dat broekventje met zijn baardeloze weke kin, voorzitter van de provinciale afdeling van het Europa Komitee noemde hij zich.
Paul Koeck, De stoelendans, 1983