strijkinstrument.
historisch strijkinstrument dat lijkt op een viool, maar zes of zeven melodiesnaren heeft in plaats van vier en daarnaast een aantal resonantiesnaren en dat vooral gebruikt werd in de baroktijd.
Voorbeelden:
De draailier (Frans: o.a. "vielle à roue", Engels: "hurdy-gurdy") is dus een gestreken snaarinstrument. Door schoksgewijs aan de zwengel te draaien, brengt men de zogenaamde trompetkam (een klein houten blokje onder een van de bourdonsnaren) in beweging en kan men accenten aanbrengen in een melodie. Verder wordt het instrument vaak voorzien van resonantiesnaren, die slechts bij bepaalde frequenties van de klankkast tot klinken komen (vergelijk: sitar, viola d'amore).
http://www.antenna.nl/draailier-doedelzak/, 1996
Dat Herreweghe ook voor de barokinstrumenten (orgel, viola d'amore, viola da gamba, luit...) eigen mensen meebracht, vonden de Wiener prima.
De Standaard, 1997
Er veerden een aantal mensen verdwaasd uit hun slaap omhoog, want het leek of de draaiorgelman zich had bekeerd tot de viola d'amore, de ijscoventer tot de majestueuze, maar dodelijke pracht van de alpengletschers. Hóórden ze het goed? Ze spitsten hun oren en luisterden.
Gerrit Komrij, Averechts, 1980
