iemand die een villa bewoont.
iemand die een villa bewoont; iemand die in een villa woont.
Voorbeelden:
Villabewoners balen van portocabine. "Toen mijnheer B. in de Oude Liesboslaan kwam wonen, heeft hij zich volstrekt niet gerealiseerd dat zoiets daar gewoon niet kán." Dit zei de raadsman van het echtpaar H. Goree, bewoners van de Oude Liesboslaan en sinds 1999 tegen hun zin de naaste buren van R. B. die op nummer 207 woont. B. is eigenaar van het beveiligingsbedrijfje Electrovisie. Goree ziet met lede ogen aan dat buurman B. al tijden een portocabine en een reclamebord met de naam van zijn bedrijf bij zijn huis heeft staan.
BN/De Stem, 2002
De villabewoners sliepen. Hun ramen waren donker.
Jan Siebelink, Engelen van het duister, 2001