Het begrip toiletangst heeft 5 verschillende betekenissen:
1) kinderangst om naar het toilet te gaan.
soms hevige angst van - vooral kleine - kinderen om naar het toilet te gaan, bijvoorbeeld omdat het problemen heeft bij de stoelgang of het plassen, omdat het nog niet (voldoende) zindelijk is of omdat het de toiletruimte en de toiletpot als griezelig ervaart.
2) angst om naar het toilet te gaan.
hevige, obsessieve angst om naar het toilet te gaan, bijvoorbeeld omdat die ruimte als te klein ervaren wordt, en dan een vorm van claustrofobie, of omdat men meent dat daar onvermoede gevaren dreigen of dat daar iets ergs zal gebeuren.
3) angst om naar het toilet te moeten.
hevige, obsessieve angst om naar het toilet te moeten als dat niet aanwezig is.
4) angst voor openbaar toiletgebruik.
hevige, obsessieve angst om in het openbaar naar het toilet te gaan of in de directe nabijheid van een gezelschap, vooral omdat men bang is gehoord of gezien te worden tijdfens de toiletgang.
Wel te onderscheiden maar niet altijd duidelijk te scheiden van de betekenis 3.0.
5) angst voor vreemde toiletten.
hevige, irrationele en/of obsessieve angst om gebruik te maken van vreemde of openbare toiletten; fobie voor vreemde toiletten; xenolavabofobie; latrinevrees.
