Het begrip tamtam heeft 5 verschillende betekenissen:
1) primitief slaginstrument.
slaginstrument dat gebruikt wordt of gebruikt zou worden door primitieve, voornamelijk Afrikaanse volksstammen, dat voorkomt of wordt voorgesteld of nagemaakt in de vorm van een soort trommel, vaak een djembé, en dat hoofdzakelijk diende om dansen ritmisch te begeleiden en als communicatiemiddel om boodschappen over een grote afstand te verspreiden.
Het woord lijkt eerder een onprecieze algemene aanduiding voor Afrikaanse slagwerktuigen gezien vanuit de Europese perceptie, waarmee geen of toch geen algemeen gedeeld concreet beeld verbonden is van hoe het instrument eruitziet. Afbeeldingen bij het woord tonen uiteenlopende voorstellingen, gaande van een holle boomstam die met stokken bespeeld wordt tot allerhande vormen van trommels zoals de ook bij ons ingeburgerde djembé, conga's en tomtom.
2) bombarie.
handelwijze die sterk de aandacht trekt en die meestal bewust bedoeld is om belangstelling te wekken voor iets; grote ruchtbaarheid; bombarie.
Meestal voorafgegaan door een onbepaald hoofdtelwoord als veel, zoveel, enz.
3) aanstellerij.
aanstellerig en rumoerig en vaak ook recalcitrant gedrag; aanstellerij.
Meestal voorafgegaan door een onbepaald hoofdtelwoord als veel, zoveel, enz.
4) ophef.
openbare discussie over iets die overdreven proporties aanneemt in verhouding tot datgene waarover ze gaat; ophef; commotie.
5) metalen slaginstrument.
onbetoond metalen slaginstrument dat net als de gong bestaat uit een grote, wat gewelfde metalen plaat met een omgeslagen rand, opgehangen in een frame en bespeeld met een knuppel, maar dat groter is en donkerder klinkt.