Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

station

betekenis & definitie

Het begrip station heeft 6 verschillende betekenissen:

1) stopplaats voor treinen.
reguliere plaats waar treinen aankomen en vertrekken, die bestaat uit perrons langs de sporen en meestal een bijbehorend gebouw met de technische infrastructuur en de voorzieningen voor de reizigers; ook: reguliere stopplaats voor de metro en soms ook voor bussen, kabelbanen e.d..

2) onderzoeksinstallatie.
installatie die dient voor het uitvoeren van observaties, metingen en controles op uiteenlopende wetenschappelijke terreinen, zoals de weerkunde, de seismologie, de studie van de polen of de ruimte, of op technische gebieden, zoals de autokeuring of de keuring van voedingswaren.

3) installatie voor deelactiviteit.
installatie op een gegeven plaats in een netwerk, een organisatie, een circuit of een keten waar een bepaalde deelactiviteit wordt uitgeoefend van wat dat netwerk, die organisatie, dat circuit of die keten in hun geheel tot stand brengen.

4) radiostation of televisiestation.
instelling waar radioprogramma's of televisieprogramma's worden gemaakt en uitgezonden.

5) tankstation.
bedrijf met een of meer installaties waar men brandstof kan tanken; benzinestation; tankstation.

6) skistation.
plaats waar voorzieningen aanwezig zijn voor het beoefenen van de skisport; skistation.