Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

sportbeoefenaar

betekenis & definitie

iemand die sport.

iemand die aan sport doet, voor zijn beroep of uit liefhebberij; sporter.

Voorbeelden:
Het aantal sportbeoefenaren neemt steeds toe en sport wordt steeds meer gepropageerd om langer fit en gezond te blijven.
http://www.universal.nl/users/gos/Tekst/Prev_sprbrt1.htm

Een ander belangrijk punt is dat doping de persoonlijke gezondheid van de sportbeoefenaar in gevaar kan brengen.
http://www.wvc.vlaanderen.be/dopinglijn/paginas/vraag1.htm

Bij Kipling wordt dit voorjaar veel nieuws verwacht. Zo is er voor iedere sportbeoefenaar een specifieke tas, van tennis en squash, golf en hockey tot zwemmen.
De Standaard, 1997

Een ander belangrijk aspect voor sportbeoefenaars zijn de vitamines van het B-complex voor de koolhydratenstofwisseling.
http://www.easydinner.nl/frames.html

Het decreet medisch verantwoord sporten geldt in de eerste plaats voor sportbeoefenaars die in Vlaanderen aan een sportmanifestatie deelnemen of zich daarop voorbereiden.
http://www.wvc.vlaanderen.be/dopinglijn/index2.htm