vrouw uit Spanje.
vrouw met de Spaanse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Spaanse volk; vrouw die afkomstig is uit Spanje; inwoonster van Spanje.
Voorbeelden:
"Ik zou denken dat zij een Spaanse is. Heel dat type. En dat zwart haar, zo in een wrong."
Clem Schouwenaars, Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, 1983
Door de afwezigheid van Steffi Graf voert de Spaanse Arantxa Sanchez Vicario de plaatsingslijst bij de vrouwen aan.
NRC, 1995
Terwijl de regisseuse met haar draaiboek in de hand aanwijzingen geeft aan mannelijke vrijwilligers die lampen en gordijnen zullen bedienen, en op de achtergrond het begeleidingskoortje oefent, worden de 'levende beelden' door een ploeg moeders met behulp van sjaals, sluiers, sarongs, kunstbloemen, waaiers en kralenkettingen uitgedost als vrouwen van diverse exotische culturen. Een Spaanse, een Volendamse, een Dirndl en een meisje in de Europese wintermantel van haar moeder vertegenwoordigen het Westen.
Hella S. Haasse, Sleuteloog, 2002
De Spaanse knipoogde tegen Leandro en maakte een veelbetekenende hoofdbeweging naar achteren.
Carlos Fuentes, De grens van glas, 2001
In 1979 overleden nog twee Fransen aan het virus maar die waren niet ingeënt. Alleen in 1988 stierf een Spaanse die vijf jaar voordien wél het vaccin kreeg.
De Standaard, 1996
Hij is gehuwd met een Spaanse en zijn twee kinderen denken er nooit meer weg te gaan.
De Standaard, 1997
Zo was ik op het te blonde en te lichte meisje toegelopen en had ik haar, in haar oor, omdat het anders niet te verstaan zou zijn geweest - een oor dat zij mij overigens bereidwillig had toegewend nadat ik met gebaren had duidelijk gemaakt dat ik haar iets wilde gaan zeggen - en in het Engels, omdat ik er nog altijd van uitging dat zij onmogelijk een Spaanse kon zijn, de volgende beginzin toegeschreeuwd: 'I'm sorry, but do you know if this is the only place in Barcelona where they give rock concerts and that sort of stuff?'
Herman Koch, Eten met Emma, 2000
Daar ging Maria de boeken dan ophalen, oorspronkelijk met de bedoeling ze onaangeroerd in de bibliotheek op te stapelen, maar later, toen bleek dat Victor slechts met lange intervallen een voet in Landes zou zetten wegens te veel werk, pakte de Spaanse ze uit en rangschikte ze ze in zijn plaats.
Tom De Cock, De Openbaring, 2001
De Spaanse sprak Lucies taal niet, Lucie sprak geen enkele taal. Dat maakte hen tot bondgenoten.
Diane Broeckhoven, Het verkeerde keelgat, 1998
De Spaanse met de vettige lippen en het hoog opgekamde haar komt ook naar binnen, vergezeld van haar twee caballeros.
Luc Vancampenhout, Met het oog op de jaren negentig, 1983