Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

slaapkamer

betekenis & definitie

vertrek om te slapen.

vertrek in een huis of gebouw dat erop is ingericht om er te slapen.

Voorbeelden:
De slaapkamer is uitgerust met een groot, rond waterbed.
De Standaard, 1995

De slaapkamer was voorzien van een teevee in het plafond om vanuit het bed naar te kijken.
Jef Geeraerts, De Coltmoorden, 1980

In de slaapkamer stond een bed en verder was de kamer volgepropt met kasten met kleren.
Nelleke Zandwijk, De dag van de jas, 2001

De slaapkamers ten tijde van onze grootouders waren sober ingericht in vergelijking met de intieme leefvertrekken die ze vandaag zijn geworden.
http://www.easy.be/immo/grotewerken/immo_grotewerken28.asp

Op de bovenverdieping waren de slaapkamers gesitueerd.
http://www.west-vlaanderen.be/cultuur& vrijetijd/OMD2003/Tolhuis.doc