Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

seizoenzege

betekenis & definitie

wedstrijdoverwinning in een competitieseizoen.

overwinning die men boekt op een sportwedstrijd binnen een bepaald competitieseizoen; wedstrijdoverwinning in een competitieseizoen.

Voorbeelden:
Tomba behaalde zijn tweede seizoenzege in Kranjska Gora in Slovenië, de 31ste slalomzege en de 46ste in zijn carrière.
De Standaard, 1995

Net als Chang boekte Wayne Ferreira, na München en Dubai, zondag ook zijn derde seizoenzege.
Meppeler Courant, 1995

Escartin, met een achtste plaats de beste Spanjaard in de Tour, verwierf gisteren zijn eerste seizoenzege.
De Standaard, 1996

< >