de huid licht openhalen.
de huid met een oppervlakkige, streepvormige wond openhalen.
Voorbeelden:
De dichte begroeiing schramt mijn armen en benen en mijn gezicht.
Elvis Peeters, Calvados, 2001
Wel vijf keer schramde ik mijn benen aan bramen. Bramen hadden liet altijd op mij gemunt. Ging ik ergens zitten, dan liepen ze ijlings uit om zich met hun scherpste dorens in mijn vlees te hechten.
Walter van den Broeck, Een lichtgevoelige jongen, 2001
Maar het stekeltje schramde haar huid.
Tom Lanoye, Het goddelijke monster, 1997
Gehurkt en diep voorovergebogen perste hij zich achterwaarts door de smalle kier tussen haag en muur. Het was de enige manier. Stekelige takken schramden je rug, vanaf je achterwerk tot in je nek, terwijl je het trottoir zag overgaan in de verharde aarde van het braakliggend terrein.
Peter Terrin, Kras, 2001
De bast schramde bijna mijn wang.
Peter Mondalo Diaz, De antropoloog die geen mensen wilde bestuderen, 1997