stoel om op te schommelen.
doorgaans houten stoel met een onderstel dat bestaat uit twee smalle, gebogen balken die door af te zetten met de voeten naar voren en naar achteren kan wiegen; stoel waarop je heen en weer kunt wiegen; stoel om op te schommelen.
Voorbeelden:
De kanarie hipt van het ene stokje naar het andere. Anna staart naar haar opa's horloge. De schommelstoel gaat van voren naar achteren. Dat duurt steeds zes seconden. Opa houdt van regelmaat.
Hanneke Paauwe, Erbarme dich; Grote schoonmaak in 30 seconden, 2001
De verkoop eindigde in een complete gekte: de naam Kennedy leverde aan soms banale stukken een onwaarschijnlijke meerwaarde. De kleinste som werd betaald voor een boek: 37.500 frank. De twee schommelstoelen waarin de president zijn rugpijn te lijf ging, gingen voor telkens een slordige 13 miljoen frank van de hand.
De Standaard, 1996