Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

onetrickpony

betekenis & definitie

iemand die slechts een ding kan.

iemand die maar één ding goed kan, vaak ook eenmalig.

Voorbeelden:
Ik snap dat mensen hem niet toegewijd vinden. Beetje een onetrickpony zijn en daarmee wat tonnen opstrijken. Anderzijds wil ik wel geloven dat die fixatie op de Tour komt uit een soort ambitie waar ie vol voor wil gaan. Dat ie daar alles voor laat is in zekere zin ook een toewijiding. Maar wel binnen een wel heel beperkt kader.
http://forum.pcmfocus.com/topic/19326-deelname-jurgen-van-den-broeck-aan-tour-de-france-staat-nog-niet-vast/page-11, 10 juni 2014

Het geluid was absoluut niet in orde (een veelvoorkomend euvel bij het Meerhoutse festival) en Attila is en blijft een onetrickpony, maar dat deerde geen seconde. Het vijftal wist een overtuigende show neer te zetten, waarbij ze een upgrade doorvoerden voor de term 'lomp'.
http://www.zwaremetalen.com/recensie/26245/1/Groezrock-2013.html, 6 mei 2013

Spelers hebben het niet gered in het buitenland, Babel bijvoorbeeld omdat het een onetrickpony is (hard lopen, naar binnen komen en schieten), of omdat ze essentiële basiscomponenten missen. Huntelaar is een prima afmaker maar ontbreekt bijvoorbeeld de snelheid die Inzaghi wel heeft (naast echt goede techniek). Suarez heeft wel een aantal wapens, kan meerdere tegenstanders passeren is doelgericht, heeft een goed schot en een redelijke functionele techniek.
http://psv.netwerk.to/forums/HTML/forum18/1829-205.php, 22 april 2010

< >