adel verplicht.
(Frans, letterlijk 'adel verplicht', 'adeldom schept verplichtingen') iemand die beroemd is, rijk is, invloedrijk is, van hoge afkomst is, een hoge rang heeft of uiterst talentvol is, is het aan zijn stand verplicht zich daarnaar te gedragen of te presteren; bij uitbreiding ook gezegd van zaken, zoals een bedrijf of stad.
Vaak als apart zinnetje of als bijstelling.
Voorbeelden:
Alberto Tomba is terug. In Madonna di Campiglio kwam "La Bomba" als allereerste, noblesse oblige, naar beneden. Achtste in de eerste manche (47.13) en stilletjes weg. In de tweede manche klokte Alberto Tomba echter de allersnelste tijd (51.35). Goed voor een totaaltijd van 1.38.48. Alleen de Oostenrijker Thomas Sykora, tweede in de eerste manche (46.47), kon de Italiaanse orkaan doorstaan (1.37.90). Hij versterkt zijn leiderspositie in de tussenstand om de wereldbeker slalom.
De Standaard, 1996
Hoewel er in het dorp niet van mevrouw Rutten maar van juffrouw Houben wordt gesproken, heeft ook de familie Rutten een bijdrage geleverd aan het feodale respect dat zij geniet. Haar oudoom Martinus Rutten werd in het begin van de eeuw door koning Leopold II benoemd tot bisschop van Luik en Limburg en droeg als overtuigd flamingant bij aan de emancipatie van het Vlaamstalige onderwijs in zijn diocees. Maar Anna werd - noblesse oblige - naar een Franstalige kostschool in Luik gestuurd. Ook nu nog blijft ze op enige afstand van het gewone volk: "Men moet zich niet - hoe zal ik het zeggen - encanailleren. Als ik iedereen hier maar had toegelaten, had ik het nooit zo ver gebracht."
NRC, 1995
Allemaal lui met tafelmanieren, dat zag je zo. Charles-Ferdinand, de minister van Binnenlandse Zaken die na het Heizeldrama áánbleef – noblesse oblige – bleek lang niet de interessantste telg van de familie te zijn.
Rudy Vandendaele, Dwarskijker, 1996-1998
Schaken. De K-K match zou vanaf oktober plaatsvinden in Frankrijk. Niet zomaar in Frankrijk, meteen in het exquise kader van Compiègne bij Parijs. Noblesse oblige: ene Napoleon Bonaparte, bekend schaakliefhebber, koos dit stadje ooit als zijn residentie. Gespeeld wordt er in 's mans paleis.
De Standaard, 1997
Een opvallende ontwikkeling in de toegepaste taalkunde is de opmars van het uitroepteken. Nota Bene! Wat je zegt! Zeg het maar! Help! Spreek vaardig! InStap! Dixi! De Latijnse titels komen uit Nijmegen. Noblesse oblige met zo'n prominente aanwezigheid van Romeinse legioenen rond Valkhof en Kops-plateau. Nota Bene! [...] is een cursus schrijfvaardigheid voor hoogopgeleide anderstaligen. Dixi! is een cursus spreekvaardigheid, gericht op dezelfde doelgroep.
http://www.ivnnl.com/
Een van de leden van de club van acht [...] die zich met de geboorte van het spel bezighield, kwam met een idee van een andere Rotary-afdeling die een summier spel had ontworpen. Dat moest in Meppel veel beter en grootser worden opgezet. Noblesse oblige als organisator van de Ship Show. Het moest een spel worden dat zo aantrekkelijk was dat het flink wat geld zou opleveren.
Meppeler Courant, 1993
Net als haar fonds mag het statige en voor een niet onaardig bedrag gerestaureerde pand van uitgeverij Querido er wezen. Het ligt waar een literaire uitgever in Nederland, noblesse oblige, bijna moet resideren: in het hart van de Amsterdamse Grachtengordel, staatkundig centrum van het met vrijbuiters bevolkte Heilige Rijk der Nederlandse Letteren.
De Standaard, 1996
Daar komt nog eens bij dat zij die op de top van de berg staan als voorbeeld dienen voor degenen in het dal. Als de officieren laakbaar handelen, moet men van de manschappen niet beter verwachten. Noblesse oblige.
http://www.conservatismeweb.com/, 1999
Alain droomde ook altijd dat hij koning of veldheer was, maar – onthoud dat Voskuil – in werkelijkheid was hij KORPORAAL. Jij Voskuil, bent officier. Très bien. Maar: Noblesse oblige. Je bent zelfs koning. De eerste plicht van een officier is: voor zijn mannen te zorgen.
J.J. Voskuil, Requiem voor een vriend, 2002
Wie zich niet langer tot een bevoorrechte minderheid kan rekenen, voelt zich wellicht ook ontlast van de standsverplichting - 'noblesse oblige' - om zich op gedistingeerde vrijtijdsbesteding toe te leggen.
http://www.scp.nl/boeken/cahiers/cah166/nl/samenvatting.htm, 2000
Carron sprak niet zoals de gewone mensen plat en de eerste keer toen hij de baron tegenkwam had hij geen Frans willen spreken, maar dat had geen twee minuten geduurd. Noblesse oblige, adel verplicht je Frans te spreken, zeker als je de kerkelijke wapenrok draagt. Maar met zijn overige parochianen sprak meneer Carron algemeen beschaafd Nederlands of wat daarvoor door moest gaan.
Geert Van Istendael, Altrapsodie, 2001