Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

miljonair

betekenis & definitie

iemand die een miljoen bezit.

iemand die een vermogen van een miljoen of miljoenen heeft; iemand die een miljoen of miljoenen heeft, aan geld of bezittingen.

Voorbeelden:
Heel Spanje droomt ervan zondag miljonair te worden. Voor de traditionele "Gordo de Navidad", de vette loting van Kerstmis, heeft de staatsloterij 66.000 nummers gedrukt en verkocht. De hoofdprijs gaat de gelukkige bezitters van een van die nummers op slag verrijken met negen miljard frank.
De Standaard, 1996

Ervaren miljonairs blijken nauwelijks door de beurscirsis te zijn getroffen. Zij investeren vooral in traditionele fondsen.
NOS Nieuws, 2001

Van de vijftigduizend miljonairs die ons land in het begin van de jaren negentig telde, zijn er twintigduizend ouder dan 65 jaar.
NRC, 1995

Het aantal miljonairs in Nederland neemt in stevig tempo toe, terwijl het aantal duurzaam arme huishoudens min of meer constant blijft.
NRC, 2000